In januari had ik al tickets voor de Vermeertentoonstelling gekocht want ik houd van overzichtstentoonstellingen. 28 werken die samengebracht werden, dat leek me een heel bijzondere en unieke gelegenheid om Vermeer en zijn werk beter te leren kennen want ook hier geldt: het contact met het echte werk is een absolute meerwaarde. Dat de verkoop zo’n vaart zou lopen, had men dit verwacht?
Op zondag 5 maart reed ik dus samen met mijn echtgenoot richting Rijksmuseum in Amsterdam.
Natuurlijk waren we daar niet alleen want voor elk schilderij verzamelden ongeveer 10-15 bezoekers die gretig foto’s namen maar ook de tijd namen om de eerder kleine werken in detail te bekijken. Toch miste ik nog een dimensie omdat alle schilderijen achter glas werden ingelijst en je de verfstreken en toetsen dan toch weer minder goed kan waarnemen.

Deze werken konden me het meest bekoren.






Ik moest het bezoek even laten bezinken want ik was niet ‘weggeblazen’ en stelde mezelf de vraag waarom Vermeer dan zoveel bekendheid en erkenning geniet en waarom men zo gefascineerd en verwonderd blijft. Het is ontegensprekelijk de manier waarop hij het licht weergeeft en doet meespelen op de afgebeelde voorwerpen, hoe hij diepte creëert, zijn compositie opbouwt, symbolen verwerkt en vragen doet rijzen bij de vrouwen die hij neerzet. Wat doen ze? Waaraan denken ze? Daarnaast getuigt de kwaliteit van zijn werk van een grote technische vaardigheid, techniek en talent.
De auteurs van de catalogus verwoorden het als volgt:
“Hij slaagt erin om een ingetogen, introverte en verstilde wereld weer te geven die na al die jaren als herkenbaar en vertrouwd wordt ervaren”(Vermeer, pg 21 Catalogus Rijksmuseum Amsterdam)
Wat het mysterie rond zijn persoon nog versterkt is het feit dat er geen enkel(e) zelfportret, schets, tekening of voorstudie is overgebleven. Wel is zeker dat hij een trage schilder is geweest, die slechts een tweetal werken per jaar maakte.
Ik blijf ook met een aantal vragen zitten. Sommige werken waren zeer fris en helder van kleur. Andere werken, die hij later schilderde waren vager, bruiner, ‘fletser’ van kleur (zoals De luitspeelster, Vrouw met parelsnoer). Het is me niet duidelijk hoe dit komt.



Tot verdere uitleg en impressies ga ik me hier verder niet wagen want in de literatuur is er voldoende terug te vinden over Vermeer.
Terwijl we dan toch in het museum aanwezig waren, bezochten we nog de 2de verdieping van de 17de -eeuwse schilders en daar werd ik toch alweer en wèl weggeblazen door Rembrandts werk. Daar konden we ook nog eens de tijdsgenoten van Vermeer bekijken en daar konden we zien dat zijn onderwerpen niet zo vernieuwend waren. Later werd duidelijk dat Vermeer zijn taferelen -door de hierboven vermelde aanpak- tot een hogere dimensie heeft getild en dit moet ik beamen.